Op welk eiland je ook bent….
Je moet altijd ergens anders naartoe om mooi te kunnen snorkelen. Dat hebben we de afgelopen anderhalve week geleerd tijdens onze eilandhoptour in de Zuid Thaise Andamanzee. Een prachtig verdienmodel, dat talloze mensen aan het werk houdt in dit – naar ons idee – door de Coronapandemie getroffen toeristenmekka!
Op Railay, waar we niet snorkelden maar wel met de kano uit vissen gingen, checkten we in voor de ferry naar Koh Lanta. Dat betekende je melden bij een tafel aan het begin van de botensteiger, waarna we met een bootje naar de ferry werden gebracht. Onze bagage reisde aan dek, wij in wat beduimelde maar toch airconditioned ruimte met comfortabele stoelen, een klein barretje en een keurige wc. Na een comfortabele trip stond de vooraf geregelde taxi al klaar, en suisden we in de achterbak van een pick-up truck naar ons hotel in ‘Lanta Old Town’, een dorpje waar nog de houten huizen van de vroegere Chinese handelaren te bewonderen zijn die nu tot restaurants en hotels zijn omgebouwd. Erg gezellig. Ons hotel, op palen aan het water, had een terras met prachtig uitzicht en de 7Eleven was vlakbij, dus snel wat boodschapjes gedaan en op ons eigen terrasje een kant & klaar magnetron maaltijd verorberd. Met een yoghurtje van het merk Dutchie (!) na. Ook weleens lekker, even ‘thuis’ eten. De volgende dag toerden we op een huurscooter het eiland rond en bezochten we een nationaal parkje. Koh Lanta is, behalve aan de kust, nog niet erg toeristisch, dus na Railay was het heerlijk om wat van het ‘echte’ eilandleven te kunnen zien. ’s Avonds aten we in de Old Town, waar het eten helaas niet helemaal vers was, zoals ’s nachts bleek toen Barbara de nodige sprintjes naar de badkamer moest trekken. We zullen jullie verder niet vermoeien met de details, maar het resultaat was dat we de volgende dag aan huis gekluisterd waren. Jammer, maar ook dat hoort bij het reizen.
Van Koh Lanta stoven we daarna, in een half uur tijd, naar Koh Ngai, een piepklein eilandje waar alleen een paar resorts aan een mooi strand zijn. Hoewel ook hier snorkeltourtjes werden aangeboden, konden we hier wel vanaf ons eigen hotelstrandje de onderwaterwereld bekijken. Een heerlijke relaxte plek met mooi uitzicht op de andere karsteilanden. Vissen was wat lastiger, want tja: het lag wel in een Nationaal Park. Maar niet getreurd, de vriendelijke dame bij de receptie bekende al snel dat ook het eigen personeel regelmatig een hengeltje uitwierp. Gewoon wachten tot na vijven, want dan zijn de parkwachters naar huis, knipoog, knipoog. Tot groot genoegen van Roland uiteraard.
Onze laatste stop in Thailand was Koh Lipe. Dit was een min of meer verplichte stop, omdat we met de boot naar Langkawi (Maleisië) wilden reizen en Koh Lipe het enige eiland is waar je via de douane kunt uitreizen. Na een ‘bumpy ride’ van 2,5 uur met de speedboot (die dienst doet als veerboot), landden we op Koh Lipe. Waren we op Railay al geschokt door het toeristisch gehalte en het aantal mensen, vergeleken met Koh Lipe is Railay een paradijs! Waar in Railay de bebouwing nog enigszins beperkt en niet hoger dan de bomen was, is Koh Lipe volgebouwd met accommodaties, laagbouw weliswaar, en restaurantjes, schots en scheef door elkaar, met schijnbare vuilnisbeltjes er tussenin. En hoewel er ook hier weer een gezellige ‘walking street’ met winkeltjes en restaurantjes tussen de stranden aan weerszijden van het eiland is, moesten we steeds opzij voor scooters en ‘tuktuks’ en waren de stranden erg druk met aan- en afvarende bootjes. Vanaf Koh Lipe maakten we dan eindelijk een (prachtige!) snorkeltocht naar een paar verschillende eilandjes in de buurt. Op de laatste dag gingen we door de douane. Ook hier bestond het inchecken voor de ferry aan het je melden aan een tafel, op het strand dit keer (om de reizigers tegen de brandende zon te beschermen waren er gelukkig wel een paar partytenten opgezet), waarna je het houten douanehokje in moest om je vingerafdrukken te laten nemen en je paspoort te laten afstempelen. Daarna wederom met een bootje naar de ferry en op naar Maleisië!
Terugkijkend op zo’n 3,5 weken Zuid Thailand nog even wat indrukken: in de jungle poepen padden het formaat van een hondendrol (niet gelogen!), Thai hebben kennelijk minder snot dan wij als ze verkouden zijn dus fatsoenlijke papieren zakdoekjes zijn niet te krijgen (alleen pakjes met per stuk opgevouwen tissues. Die blijken niet snuitproof ?), de boot van 11.10 komt om 12 uur, er werken veel transgenders in de toeristensector, op iedere straathoek kun je worden gemasseerd of getatoeëerd, bikinibroekjes horen tegenwoordig je onderrug te bedekken in plaats van je billen en op sommige eilanden zijn de honden nog dikker dan de badgasten. Benieuwd wat Maleisië ons gaat brengen!
En, oh ja, en wij hebben onze koudwatervrees overwonnen en ons aangepast aan de lokale gewoonte om ons na ‘de grote boodschap’ op te frissen met water in plaats van een en ander met wc-papier af te schrapen. Hiervoor is in iedere wc een waterslangetje met spuitmond aanwezig. Bevalt prima!
Reacties
Reacties
Ook weer fantastische foto's en verhaal erbij.Die vis was prachtig van kleur en best groot op de foto.Wat doet Roland ermee,terug in zee gooien neem ik aan.Ben nu ook erg benieuwd naar Maleisie.En vooral naar Bali.Zijn zulke exotische destinaties.
En ja, lekker opfrissen na de grote boodschap is in die contreien een must,hoor ik van mijn Indische vriendin.
Ik voorzie zelfs in Barendrecht,voor bij een warme Nederlandse zomer, de aanschaf van een bidet.
Of op z'n minst een fles water naast de WC.Zoals mijn Tante Dina die een tijd in Indie woonde had, toen ze terug in NL waren.Goede reis verder.Dagdag
Haha: 'bikinibroekjes horen tegenwoordig je onderrug te bedekken in plaats van je billen'.
Het is duidelijkk een andere wereld waarin jullie,gewild,geraakt zijn.
Voor ons,mij in ieder geval,allemaal nieuw,maar heel leuk om dat via jullie te ontdekken.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}